Buiten de bebouwde kom
Artikel 21
Buiten de bebouwde kom gelden de volgende maximumsnelheden:
a. voor motorvoertuigen op autosnelwegen 130 km per uur, op autowegen 100 km per uur en op andere wegen 80 km per uur;
b. voor bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor:
1. op het fiets/bromfietspad 40 km per uur;
2. op de rijbaan 45 km per uur;
3. op het fietspad, voor de hier bedoelde gehandicaptenvoertuigen, 40 km per uur;
c. voor gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een motor, en snorfietsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, subonderdeel d, van de wet op het trottoir of het voetpad 6 km per uur.
Artikel 22
Voor zover niet ingevolge andere artikelen van dit besluit een lagere maximumsnelheid geldt, gelden voor de volgende voertuigen de volgende bijzondere maximumsnelheden:
a. voor kampeerwagens die volgens het kentekenbewijs behoren tot de categorie bedrijfsauto’s en waarvan de toegestane maximummassa meer bedraagt dan 3500 kg, vrachtauto’s en autobussen, niet zijnde T100-bussen, 80 km per uur;
b. voor T100-bussen 100 km per uur;
c. voor landbouw- of bosbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid, als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, al dan niet met aanhangwagen, 25 km per uur;
d. voor brommobielen 45 km per uur;
e. voor snorfietsen 25 km per uur;
f. voor personenauto’s, bestelauto’s, motorfietsen, driewielige motorvoertuigen en T100-bussen, die een aanhangwagen met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3500 kg voortbewegen, 90 km per uur;
g. voor andere dan de in onderdelen c en f genoemde motorvoertuigen met aanhangwagen 80 km per uur.
Je rijdt buiten de bebouwde kom zodra je verkeersbord H2, einde bebouwde kom, bent gepasseerd.
Als je een autosnelweg verlaat en er staan geen borden die de bebouwde kom, of en maximumsnelheid aangeven, rij je nog steeds buiten de bebouwde kom.
Zoals je in artikel 21 hebt kunnen lezen bestaan er diverse maximumsnelheden buiten de bebouwde kom. Deze maximumsnelheden gelden tenzij er een lagere maximumsnelheid wordt aangegeven. Op veel autosnelwegen geldt bijvoorbeeld een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Lagere snelheden kunnen op een autosnelweg worden aangegeven door bord A1, maar ook door elektronische signaleringsborden boven de weg. Snelheden aangegeven op een elektronisch signaleringsbord zijn maximumsnelheden.
Autowegen hebben vaak een maximumsnelheid van 70 kilometer per uur, vooral vlak bij steden.
Ook als er geen lagere maximumsnelheid is aangegeven is het soms verstandig om een lagere snelheid aan te nemen. Je moet voortdurend je snelheid aanpassen aan het overige verkeer, de weersomstandigheden en het wegdek.
Er worden tevens steeds meer 60 kilometer zones aangelegd. In deze zones geldt een maximumsnelheid van 60 kilometer per uur. Deze maximumsnelheid geldt tot je het bord einde 60 km per uur zone passeert. Over het algemeen rij je in zo een zone op een eenbaansweg. Zijn er drempels aangelegd, kun je meestal ook met 60 kilometer per uur over deze drempels rijden.
De wegen binnen een 60 kilometer zone worden optisch smaller gemaakt door de aanleg van fiets- of suggestiestroken.
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat in deze zones minder ongevallen gebeuren. Tevens wordt er minder snel gereden, zelfs zonder snelheidscontroles.