Kinderen en Kinderzitjes

Kinderen

Autogordels, kreukelzones, kooiconstructies en airbags helpen inzittenden van een auto te beschermen.
Autogordels zijn echter ontworpen voor volwassenen. Voor kinderen tot 1 meter 35 werken ze veel minder goed en voor baby’s zijn ze totaal ongeschikt.
Kinderen hebben in de auto net zoveel recht op goede bescherming als volwassenen. Daarom zijn er regels die het gebruik van goedgekeurde kinderbeveiligingsmiddelen voor kinderen verplicht maakt.

Kinderen onder de 18 jaar die kleiner zijn dan 1 meter 35 zowel voorin als achterin vervoerd worden in een goedgekeurd kinderzitje.

Iedereen die langer is dan 1 meter 35, moet dan ook de autogordel gebruiken. Zowel voorin als achterin de auto. Eventueel mag wel gebruik worden gemaakt van een zittingverhoger.

Kinderzitjes

Een kinderzitje moet goedgekeurd zijn volgens de Europese veiligheidseisen. Dit moet minimaal ECE 44/03 zijn.
Dit is te zien aan het keuringslabel, zoals hiernaast.
Op het keuringslabel staat ook het gewicht van het kind vermeld waarvoor het kinderzitje geschikt is. In het geval dat hiernaast staat afgebeeld is dit: 9 tot 18 kilogram.

Kinderzitjes zijn verdeeld in drie groepen.

  • minder dan 13 kg: babystoeltje (groep 0 en 0+)
  • tussen 9 en 18 kg: kinderautostoeltje (groep 1)
  • tuseen 15 en 36 kg: zittingverhoger (groep 2 en 3)

Weegt een kind meer dan 36 kilogram, dan gebruikt het kind de autogordel. Eventueel in combinatie met een zittingverhoger, of een afzonderlijke gordelgeleider ( gordelclip/gordelklem).

Een babyautostoeltje plaats je tegen de rijrichting in.
Het kind zelf wordt met behulp van een Y-gordel vastgemaakt.
Vervolgens zet je het stoeltje vast met behulp van de autogordel.
Sommige stoeltjes worden met het Isofix systeem vastgezet. Later op deze pagina volgt een uitleg over dit systeem.

Een kinderautostoeltje plaats je in de rijrichting.
Deze stoeltjes zijn bedoeld voor kinderen die al zelfstandig kunnen zitten.
Het kind zelf wordt met behulp van de gordel van het stoeltje vastgezet.
Vervolgens zet je het stoeltje vast met behulp van de autogordel.
Sommige stoeltjes worden met het Isofix systeem vastgezet. Later op deze pagina volgt een uitleg over dit systeem.

Het kind gaat op de zittingverhoger zitten, waarna de autogordel word vastgemaakt.
De zittingverhoger zorgt ervoor dat de autogordel over de schouder van het kind gaat en niet langs de hals.
Tevens zorgt de zittingverhoger ervoor dat de autogordel over de heupen van het kind loopt, in plaats van over de buik.
Zittingverhogers zijn te koop met en zonder (afneembare) rugleuning.
Het verstandigste en veiligste is om er één te kopen met (afneembare) rugleuning.
De rugleuning biedt zijdelingse steun als het kind onderweg in slaap valt. Verder biedt de rugleuning iets bescherming bij een aanrijding van opzij.

Isofix

Isofix is een systeem waarmee het stoeltje niet word vastgemaakt met de autogordel, maar aan het chassis van de auto.
De bevestigingspunten aan het stoeltje klik je vast in de speciale haken die in de auto aanwezig zijn.
Dit is een veiligere manier van vastmaken, omdat verkeerd vastmaken word voorkomen.