Gehandicaptenvoertuig / Brommobiel
Brommobiel
Een brommobiel is een soort bromfiets. Om een brommobiel te besturen moet je in het bezit zijn van een geldig rijbewijs AM.
Aan de achterzijde van een brommobiel moet de maximumsnelheid van 45 kilometer aangegeven zijn. Dit moet op een ronde witte sticker met rode rand. De letterkleur moet zwart zijn.
De maximumsnelheid voor een brommobiel is 45 kilometer per uur. Hierdoor mogen zij niet op een autoweg of autosnelweg rijden. Op deze wegen geldt immers dat het voertuig minimaal 50 of 60 kilometer per uur moet kunnen en mogen rijden.
Wel mogen bestuurders van een brommobiel op wegen zowel binnen als buiten de bebouwde kom rijden. Dus ook op een weg buiten de bebouwde kom waar een maximumsnelheid geldt van 80 kilometer per uur kun je een brommobiel verwachten.
Een bestuurder van een brommobiel moet de regels volgen die voor een motorvoertuig gelden. Dit houdt onder andere in dat:
- de gordeldraagplicht van toepassing is
- op de rijbaan gereden moet worden. Dit geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
- een brommobiel niet op het trottoir mag parkeren.
- bij bord F1: “Verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen”, de bestuurder van een brommobiel geen andere motorvoertuigen mag inhalen en ook niet zelf ingehaald worden.
Borden C6, C9 en C12 gelden voor bestuurders van een brommobiel.
Artikel 1 van het RVV:
bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie
Gehandicaptenvoertuig
Een gehandicaptenvoertuig is een voertuig bedoeld voor mensen met een handicap.
Gehandicaptenvoertuigen mogen zowel binnen als buiten de bebouwde kom gebruikt worden, op alle weggedeelten behalve het ruiterpad en de berm. Normale motorvoertuigen bestuurd door een gehandicapte behoren niet tot deze categorie.
Een gehandicaptenvoertuig mag geparkeerd worden op een gehandicaptenparkeerplaats, zelfs indien het voertuig niet is voorzien van een gehandicaptenparkeerkaart. Daarbij geldt echter wel de restrictie (die ook geldt voor auto’s met een gehandicaptenparkeerkaart) dat het parkeren verband houdt met het vervoer van een gehandicapte.
Een gehandicaptenvoertuig mag ook worden geparkeerd op het voetpad of trottoir. Dat is een van de oorzaken van de populariteit van de wagentjes onder niet-gehandicapten, vooral in grote steden met weinig en dure parkeerplaatsen.
Steekt de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig over op een voetgangersoversteekplaats (zebrapad), dan moet je deze voor laten gaan.
Artikel 1 van het RVV.
Gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is.